Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want alle tafels [30]zijn vol van uitspuwsel [en] van [31]drek, [32]zodat er geen plaats [schoon] is. 30. Of, zijn vervuld met uitbrakingen. 31. Of, van vuiligheid. 32. Versta hierbij, maar overal is het bespogen en vuil gemaakt, of, zodat er gene plaats meer is; te weten die niet vuil gemaakt of ontreinigd is.